Een lange traditie van amateurtheater
Een bijzonder theater bevindt zich buiten Bad Bentheim in drie oude steengroeves: het openluchttheater (“Die Freilichtbühne“). Sinds 1925 worden hier al theatervoorstellingen opgevoerd. Het idee kwam uit Tecklenburg, waar een jaar eerder al een openluchttheater was gemaakt. De Bentheimers dachten dat voorbeeld te kunnen overtreffen door een locatie in één van de steengroeves te kiezen.
Het idee werd snel gerealiseerd. De directeur van de middelbare school trok met zijn leerlingen naar de steengroeves, die op dat moment nog deels in gebruik waren, om de akoestiek te onderzoeken. Leerlingen werden op verschillende plekken en op verschillende afstanden in de steengroeves neergezet en moesten met luide stem klassieke teksten voordragen. Zo werd de beste plek voor het openluchttheater bepaald. De bezitter van de steengroeve, Vorst Victor Adolf van Bentheim tot Steinfurt, stelde de groeve ruimhartig ter beschikking.
Om de steengroeve geschikt te maken als theater moesten eerst de voorzieningen voor de spelers en de toeschouwers gemaakt worden. Er ontstond een tribune voor de toeschouwers met meer dan 1000 m zitruimte. Met spoorbielzen werd een toegangsweg gemaakt, en een brug over een kleine vijver. Als natuurlijke afbakening van het terrein gebruikte men aan de éne kant de rotswanden en aan de andere kant de heuvel waarop het puin was gegooid (de ‘puinhoop’). Hiermee was ook een prima akoestiek gegarandeerd.
Voor de eerste uitvoering, de „Hermannschlacht“ van Kleist, ging over de legendarisch veldslag tussen de Germanen en de Romeinen in het Teutoburger Wald in 9 na Christus. Meer dan 200 amateurspelers uit alle lagen van de bevolking hadden zich aangemeld. Alleen de regisseur was een professional. In al die jaren is dat zo gebleven. Op 14 juli 1925 was dan de uitverkochte première. In totaal zagen 25.000 toeschouwers dat jaar de uitvoering. In de volgende jaren werden vooral Duitse klassiekers uitgevoerd: “Willem Tell”, “Die Nibelungen” en “Die Räuber”. In de oorlogsjaren en de eerste jaren na de oorlog werden geen voorstellingen opgevoerd. In de koude oorlogswinters werd alles wat brandbaar was verkocht en opgestookt.
In 1949 werd dan voor het eerst weer een voorstelling uitgevoerd. In de eerste drie jaren stegen de bezoekersaantallen snel: 40.000, 60.000 en in het jaar 1951 (met “Die Jungfrau von Orleans”) zelfs een all-time-high van 80.000. Maar in de vijftiger jaren wonnen de televisie en ander vermaak steeds meer terrein, en liepen de bezoekersaantallen terug. Vanaf 1957 werden ook sprookjes uitgevoerd, en een begin gemaakt met speciale kindertheaterstukken. Die laatste traditie bestaat nog steeds.
Ieder jaar worden nu zowel een volwassenenstuk als een kindervoorstelling uitgevoerd.
Sinds 2012 zorgt de nieuw gebouwde overkapping van de publieksruimte ervoor dat de gasten zich geen zorgen meer hoeven te maken over een regenbui of verbranden door de zon.
Vermeldenswaardig is nog de uitvoering van het historische stuk “Gertrud” in 2015, ter gelegenheid van de viering van de 150-jarige stadsrechten van Bad Bentheim. Dit is het waargebeurde, tragische verhaal van de Nederlandse Geertruida van Zelst, die in de 17e eeuw trouwde met graaf Ernst Wilhelm van Bentheim tot Steinfurt.
Het openluchttheater heeft sterk bijgedragen aan de bekendheid van en het toerisme in Bad Bentheim; bezoekers kwamen en komen nog steeds uit de wijde omgeving (ook uit Nederland) naar Bad Bentheim. Naast het kasteel en het kuuroord hoort ook het openluchttheater nog steeds tot de grote publiekstrekkers (“Burg, Bad und Bühne”).
Dit artikel komt van
© 2016 Bentheim.Info
www.bentheim.info
Tags: Geschiedenis, Bad Bentheim, theater, openluchttheater
Please wait while you are redirected...or Click Here if you do not want to wait.