De geschiedenis van het Bentheimer bos
Ieder bos heeft zijn geschiedenis. Het huidige “Bentheimer Wald” beslaat
zo’n 1.500 hectare, waarvan de helft beschermd natuurgebied is (Natura 2000).
Maar in de Middeleeuwen was het bos nog veel groter, naar schatting 5.000 hectare.
Wij zijn er aan gewend dat bos ten dienste staat van houtproductie, maar dat was vroeger niet zo. Alles wat bruikbaar was werd uit het bos gehaald: hout, boomvruchten, hars, strooisel, houtskool, voer voor het vee en nog veel meer.
Het bos werd volgens oude documenten al in de 14e eeuw door de omliggende kleine boerderijen gebruikt om vee in te hoeden: het “Hutewald” (‘huten’ is het dialectwoord voor ‘hoeden’). Daarbij werden vooral varkens, koeien en paarden het bos in gedreven, waar ze zich moesten voeden met eikels, beukenoten, paddestoelen, kruiden en de bladeren en knoppen van jonge bomen.
Hoe intensief het bos in de afgelopen eeuwen gebruikt werd, blijkt uit getallen uit het jaar 1885, waarbij meer dan 8 maanden in dat jaar 900 koeien en 1200 schapen het bos in werden gedreven. In de 16e eeuw werden voor het “eikelmesten” in de herfst nog eens meer dan 3500 varkens het bos in gedreven. Later, in de 19e eeuw, liep het aantal mestvarkens terug tot ca. 450 door de toenemende behoefte aan bouw- en brandhout.
Verder werden stelselmatig Haagbeuken teruggesnoeid tot 1,5 – 2 meter, waarbij het blad en de takken ook als voer voor de dieren dienden. Deze vorm van snoeien wordt “Schneiteln” genoemd. Door het keer op keer terugsnoeien ontstond een heel open bos, met bomen die ver uit elkaar staan. De bomen hebben grote brede kronen en soms bizarre, kronkelige stammen. Ze werden ook minder hoog dan in een modern bos waarin ze met elkaar om licht concurreren.
Deze unieke combinatie van eikelmesten en beuken snoeien werd in deze vorm op heel weinig plaatsen toegepast. In een deel van het Bentheimer bos, bij het Kuuroord, zijn nog restanten van dit oude gebruiksbos aanwezig: het “Hute- und Schneitelwald”.
Tegenwoordig is daar een natuurontwikkelingsproject van 42 hectare opgezet, waarbij het bos weer op deze oude manier gebruikt wordt. Er grazen Galloway runderen,
Nederlandse landgeiten en Bentheimer landschapen. Hierdoor blijft deze waardevolle biotoop behouden en ook een aantal zeldzame, beschermde diersoorten als de Bechsteins vleermuis, de Juchtleerkever en het Vliegend hert, die allemaal op de Rode Lijst van de Habitatrichtlijn staan.
Dit artikel komt van
© 2016 Bentheim.Info
www.bentheim.info