De legende van het ontstaan van het kasteel van Bentheim
Heel lang geleden woonde er in deze streek een boer, die Bento heette. Hij had wel veel land, maar het houten huis waarin hij woonde was oud en vervallen. Eigenlijk was het meer een ruïne. Op een avond, terwijl het hevig onweerde en regende, zat hij in zijn huis onder het lekkende dak aan tafel en verzuchtte tegen zichzelf:
“Och, had ik toch maar een goed stenen huis. Of liever nog: een mooi kasteel, zo één waar koningen in wonen”.
Toevallig hoorde de duivel dat. Plotseling stond hij bij Bento in de kamer, stinkend naar teer en zwavel. Zijn huid was zwart, met lange haren begroeid. Op zijn hoofd had hij twee grote, kromme horens. Bento vroeg verschrikt:
“Wat kom jij hier doen?”
“Ik heb gehoord dat je een nieuw huis wil bouwen, zo groot en zo mooi als een kasteel. Maar je weet niet hoe je dat voor elkaar moet krijgen”, antwoordde de duivel met een grijns op zijn gezicht.
“Daarom wil ik een contract met je sluiten. Geef me de tijd tot zonsopgang, dan bouw ik voor jou een kasteel, daar op die berg. Het zal het mooiste gebouw in de wijde omgeving zijn”.
“En wat moet daar dan voor doen?,” vroeg Bento.
“Niets – helemaal niets. Ik heb alleen één voorwaarde: het eerste levende wezen die op het kasteel verschijnt, is van mij en zal met mij samen naar de hel gaan!”
De duivel was er vast van overtuigd, dat Bento zelf als eerste op het kasteel zou zijn. Na goed nagedacht te hebben ging Bento op het voorstel in. De hele nacht werkte de duivel door, en pas net voor het ochtendgloren was hij klaar. Moe en voldaan ging hij liggen, gebruikte een rotsblok naast het kasteel als kussen en viel meteen in slaap.
In de vroege ochtenduren sloop Bento zijn huis uit naar de berg. In z’n hand hield hij een kooi met daarin een raaf die hij een jaar geleden gevangen had. Toen Bento het kasteel zag, keek hij zijn ogen uit. Zo’n groot en mooi gebouw had hij nog nooit gezien. En toen besloot hij zijn plan waar te maken. Hij liet zijn raaf vrij en verstopte zich onder een bramenstruik. Nieuwsgierig vloog de raaf naar het kasteel, landde boven op de muur en begon luid te krassen.
De duivel schrok wakker door het kabaal en zag de raaf. Hij begreep meteen dat hij door Bento ‘beduveld’ was. Het eerste, levende wezen op het kasteel was een raaf! Woedend sprong hij op, zo snel, dat zijn oor bleef haken aan een punt van het rotsblok en van zijn hoofd af scheurde. Jankend van pijn en woede ging de duivel er vandoor. Bento wachtte nog een tijdje. toen kwam hij onder de struik vandaan en betrad zijn kasteel, die hij van nu af aan “Kasteel Bentheim” noemde.
Het afgescheurde duivelsoor bleef op de steen achter en die kun je nu nog altijd zien vanuit het kasteel!
Dit artikel komt van
© 2016 Bentheim.Info
www.bentheim.info
Please wait while you are redirected...or Click Here if you do not want to wait.