RAF terroristen uit Bad Bentheim
Hanna en Friederike Krabbe waren dochters van Hans Krabbe, textielfabrikant uit Bad Bentheim. Beide ouders waren tijdens de nazitijd vooraanstaande functionarissen geweest: hij was leider van de Hitlerjugend in de Graafschap Bentheim, zij leidster van de NS-Frauenbund.
In het gezin Krabbe werd na de oorlog nooit meer over de nazitijd gesproken. Er werd gezwegen, vragen werden niet beantwoord. In een zeldzaam interview met de Volkskrant, kort na haar vrijlating uit de gevangenis in 1996, zie Hanna daarover:
‘Ik geloof dat ik zestien jaar oud was, toen ik voor het eerst van de concentratiekampen hoorde. Ik vond dat dermate ongelooflijk. . .’Hoe de grote Duitse bedrijven eraan verdiend hadden en nog steeds de macht hadden en bezig waren hun invloed wereldwijd weer te vergroten, wat hun aanvankelijk na de oorlog was verboden. Dat thuis, overal, niet mocht worden gesproken over die tijd. Er werd gezwegen, vragen werden niet beantwoord. Iedereen was druk met de wederopbouw, met het Wirtschaftswunder.”
Na het gymnasium in Nordhorn gingen Hanna en Friederike studeren belandden in de roerige zestiger en zeventiger jaren in de linkse studentenbeweging , radicaliseerden steeds verder en sloten zich uiteindelijk aan bij de RAF – de Rote Armee Fraktion.
Hanna Krabbe begon aan een studie psychologie en werd lid van het Socialistisch Patiëntencollectief (Sozialistischen Patientenkollektiv, SPK) dat in de strijd tegen de artsenklasse een klasseloze maatschappij wilde scheppen en daarbij het gebruik van geweld niet uitsloot. Toen het SPK door de autoriteiten in het nauw werd gedreven en zich ophief, sloot Krabbe zich met verschillende andere SPK-leden bij de RAF aan.
Hanna Krabbe was lid van de RAF-groep Kommando Holger Meins, en behoorde tot de zogenaamde ‘tweede generatie RAF’ , de groep die ontstond na de gevangenneming van de oprichters Andreas Baader, Ulrike Meinhof en Gundrun Ensling. Op 24 april 1975 overviel en bezette de groep de Duitse ambassade in Stockholm.
Bij de daarop volgende gijzeling werden militair attaché Andreas von Mirbach en economisch attaché Heinz Hillegaart doodgeschoten. Nadat de bom van de gijzelnemers was ontploft, bestormde de Zweedse politie de ambassade. Hanna Krabbe werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf en in de gevangenis van Lübeck (JVA Lübeck-Lauerhof) opgesloten. Na 21 jaar kreeg ze gratie en werd op 10 mei 1996 vrijgelaten.
Friederike Krabbe studeerde van 1970 tot 1973 in Berlijn en Heidelberg psychologie, pedagogie en sociologie en van 1973 tot 1976 medicijnen in Heidelberg.
Ze rondde geen enkele studie af. Na haar studie in Heidelberg sloot ze zich aldaar aan bij het Socialistisch Patiëntencollectief (Sozialistischen Patientenkollektiv, SPK). Nadat deze organisatie zich ophief sloot Krabbe zich, net als haar zus voor haar, met verschillende andere SPK-leden aan bij de RAF.
Voor de ontvoering van de voorzitter van de Duitse werkgeversbond, Hanns-Martin Schleyer, huurde ze in juli 1977 onder een valse naam de woning aan de Stevinstraat in Scheveningen waarin Schleyer later verborgen werd gehouden. Tijdens de ontvoering zelf zou ze zich met andere RAF-leden hebben opgehouden in de Baden Powellstraat in Amsterdam. Kort voor het doodschieten van Schleyer, vluchtte ze zoals andere RAF-leden, naar Irak en zou zich tot kort voor de inval van de Amerikanen in Bagdad hebben opgehouden.
Dit artikel komt van
© 2018 Bentheim.Info
www.bentheim.info
Bronnen: WikiPedia, Volkskrant.